Werk

2 maart 2018 - Philipsburg, Nederlandse Antillen

Mijn werkplek vanuit de luchtHoe het is op mijn werk, wil men weten. De reden dat ik daar nog niet zoveel over heb geschreven is omdat het behoorlijk veel op het werk in Nederland lijkt. Hier is het westers werk, met een vleugje (of soms een beetje meer) afrikaanse regelkunst (ofwel het ontbreken van organisatie).

Mijn werkplek is de Gym in de st Maarten Home. Dit is het verzorgings- en verpleeghuis. Op hetzelfde terrein staat ook het st Basilia Centre, een woongroep en dagopvang voor clienten met een verstandelijk (en meestal ook lichamelijke) handicap.

In de Gym zijn 3 kantoortjes, een voor de logo, een voor de ergo (die ik deel met een van de fysio’s en soms van de instrumentmaker (een keer per maand word ik zonder pardon twee dagen mijn kantoor uit gebonjourd omdat de instrument maker uit Curacao komt. Zijn klanten nemen ook gelijk een groot deel van de Gym over, want ze worden voor de deur op stoeltjes gezet om te wachten. En meestal komen ze niet alleen, maar nemen ze de halve familie mee, dus echt veel behandelruimte is er dan niet meer). En een kantoortje voor alle beesten (en nog een fysio, de secretaresse en de leidinggevende/fysio). Naar belangrijk bezoeken wordt gezegd dat het therapie-honden zijn, maar of ze ook een positieve bijdrage leveren aan de therapie.... De ene hond is erg oud (en heeft zelf therapie nodig denk ik) en de andere hond slaapt vooral. Maar ze kan wel zelf de deur open doen, dus misschien is ze nog opleidbaar tot hulphond. Het zijn eigenlijk straathonden, die liefdevol door Petra  zijn opgevangen en nu dus min of meer permanent in de Gym wonen. Er was nog een derde hond, Nina. Die ongeveer gelijk met mij is komen aanwaaien. In eerste instantie werd ze zonder pardon de deur gewezen, toen werd er toch een bakje eten buiten de deur gezet. Toen mocht ze als het rustig was de Gym in, toen het kantoor en toen waren er dus drie honden. Omdat het nog een jonge hond was en niet opgevoed, was het erg lastig behandelen met de honden in de zaal. Want ook de slaperige hond werd opeens actief en ze speelden heel enthousiast met elkaar. Echter met weinig ook voor de patienten of therapeuten. Helaas heeft ze van het slakkengif gegeten en is ze overleden.

Ook is er nog een kat. Deze kat wil graag veel aandacht, zit bij voorkeur op je computer (wist je dat er snel toetsen waren die het hele laptopscherm doen kantelen, zie dan maar weer om je scherm de goede kant op te kantelen, als ook je muis opeens de andere kant op gaat) en verhaart als een malloot. Be

computer kat

halve op de computer zit de kat ook graag op alle lege rolstoelen, bij voorkeur als die nog warm is van de patient die er eigenlijk in hoort te zitten. En ze is niet zo gene

igd om plaats te maken als de rechtmatige eigenaar weer in de stoel weer gaan zitten.

Ik moe

t

 vroeg beginnen (7.30, wie dat ooit verzonnen heeft). Het verk

eer bepaald of ik dat haal of niet. De scholen beginnen namelijk rond dezelfde tijd, en een groot deel van de leerlingen gaat met de auto (en paps of mams) naar school. Gelukkig ben ik meestal aan de late kant, dus dan staat de file de andere kant op (van alle ouders die na hun kroost te hebben afgezet, doorrijden naar hun werk of terug naar huis).

Net als in Nederland begint de dag met een kopje koffie, of iets wat er op lijkt. Men drinkt hier eigenlijk weinig koffie, en dan nog vooral oploskoffie. Er staan op het werk meerdere water-koelers, die ook kokend water produceren, waarmee je dus prima een kopje oploskoffie kan maken. Voor alle hollanders is er ook een nespresso-machine. Die echter nogal vaak kuren vertoont, want de officiele cupjes zijn nie

cadeautje van patient

t altijd te krijgen en belachelijk duur, dus worden de cupjes van het huismerk van de supermarkt gebruikt. De machine komt hier echter niet altijd door, of de cupjes trekken vacuum, waardoor het warme water ergens in de machine verdwijnt. En als de machine het wel doet, zijn de cupjes vaak op, waardoor je toch nog oploskoffie moet drinken.

En dan heb ik een rooster met wat ik geacht wordt om te doen. Het rooster is meer een richtlijn, want (net als in Nederland) zijn veel revalidanten afhankelijk van vervoer en die willen weleens te laat of te vroeg komen. Of helemaal niet komen. Ook als het regent of als men denkt dat het een vrije dag is omdat de overheid dicht is (zoals vandaag met de verkiezingen) denken veel mensen dat ze niet hoeven te komen. Of de fysio is nog met iemand anders bezig, dus dan wissel je de therapieen om. Of ze zijn wel ingeroosterd om alle therapieen achter elkaar te krijgen, maar dat kunnen ze helemaal niet aan, dus dan komen ze later op de dag wel. Of ze staan wel in je rooster, maar zijn van de aardbodem verdwenen (al 3 maanden, maar misschien duiken ze snel weer op). Je hebt hier geen planner nodig, dat kunnen de patienten prima zelf.

Een groot verschil met Nederland is de diversiteit van mijn werk. Behalve revalidatie (klinisch en poliklinisch), doe ik ook elderly care en nursing home en de clienten van het sister basilia centre (verstandelijk/meervoudig gehandicapten).

De elderly care heeft net een grote verbouwing ondergaan en is nu verhuisd naar een eigen gebouw. Het idee is dat de clienten meehelpen met de dagelijkse taken (koken, afwassen, bed opmaken) en grotendeels zelfstandig de dag door kunnen komen. Het merendeel van de ouderen komt uit het oude gebouw, en daar waren ze niet gewend om iets zelf te doen. Zelfs hun boterhammen werden voor ze gesmeerd, dus het is een hele klus om deze mensen weer te stimuleren om zelf wat te doen. Gelukkig zijn er inmiddels een aantal clienten van buitenaf (uit de eigen woning)  komen wonen, die dit nog wel gewend waren, waardoor het iets makkelijk is om ook de rest te stimuleren. 

In de home (elderly care en nursing home) ben ik vooral verantwoordelijk voor de rolstoelen. En die zijn er in vele soorten en maten. Van eenvoudige duwrolstoelen tot hummers (soort bed op wielen, met heel veel comfort (en ik zou denken te veel warmte, maar dat schijnt wel mee te vallen). De ergotherapeut heeft, bij gebrek aan adviseurs van een rolstoel-maatschappij, de belangrijkste rol in de aanvraag van de rolstoel. Aan de hand van wat ik opgeef in mijn advies, komt er een offerte uit Curacao. Het lastige is dat als ik in het advies niet opgeef dat er ook bijv een beensteun moet komen (wat voor mijn idee vrij standaard is, behalve als iemand een been amputatie heeft), staat die niet op de offerte, en wordt die dus ook niet geleverd. Daarnaast zijn er allemaal opties, waarvan ik uberhaupt niet wist dat je daar over na moest denken, waarvan ik nu opeens moet beslissen wat ik er mee past nietdoet. Iemand een idee wat de standaard scheefte is van de beensteunen, 60,70 of 80 graden? En dat hangt dan natuurlijk samen met de schuinte van de zitting, de grootte van de voorwielen en nog zo wat dingen. Allemaal dingen waar ik blij van was dat de rolstoelleveranciers dat bepalen in Nederland.

Ander bijkomt probleem is dat er met producten uit Amerika wordt gewerkt. Ten eerste zijn de namen anders (je zou toch denken een Quickie is een Quickie, maar in Europa heeft een rolstoel dan Quickie 2 en in Amerika Quickie Light, erg verwarrend), en nog veel lastiger de afmetingen zijn in inches. Dus ben ik constant aan het rekenen hoe groot het kussen moet zijn bij een bovenbeenlengte van 48 cm en welke kant ik dan afrond, want kussens komen natuurlijk alleen in hele inchen.

Ook moet ik er op letten dat ik, als ik iets bijzonders bestel (bijv een half tafelblad), ik ook de buis waar het blad aan de armleuning wordt bevestigd meebestel, en juist de armleuning zelf afbestel. Anders kan het zomaar voorkomen dat je wel een tafelblad hebt, maar die niet op de rolstoel kan bevestigen. En om dat dan weer geregeld te krijgen ben je weer een aantal weken aan het heen en weer mailen voor duidelijk is welk onderdeel je nodig hebt. Er zit altijd een vertraging in, want ik overleg met de leverancier (of vooral de secretaresse van de leverancier, die volgens mij weinig verstand heeft van rolstoelen en soms heel voortvarend de meeste domme voorstellen doet (“ik zie dat je geen beensteun hebt besteld, dus die heb ik maar op de offerte erbij gezet” bij iemand met een bovenbeensamputatie. Als ze dat nu ook zou doen bij al het bevestigingsmateriaal...)

Als uiteindelijk de offerte klopt met wat ik nodig acht, moet ook de SZV er nog over beslissen. Zij betalen de rekening tenslotte. Ze zijn echter ook erg precies in het navolgen van de regels. Na de orkaan waren er veel mensen hun verzekeringspas kwijt of was die inmiddels verlopen, maar het is lastig om een nieuwe te krijgen. Ik kreeg in het begin regelmatig aanvragen terug dat de pas was verlopen en de aanvraag dus niet in behandeling werd genomen. Dit waren dan aanvragen die mijn collega nog voor de orkaan had gedaan, maar die nog niet waren doorgestuurd. Ten tijde van de orkaan was vaak de pas nog geldig, maar door de vertraging dus niet meer. (Daarnaast is er ook veel fraude, en gaan mensen zich pas verzekeren als het echt nodig is en dan moeten ze natuurlijk betalen want anders krijg je geen pas, dus het duurt vaak nog een aantal weken voor ze daadwerkelijk een pas hebben). Als de SZV goedkeuring heeft gegeven, kan de bestelling gedaan worden en komt de rolstoel na een aantal weken (of maanden) per boot aan op st Maarten. Dan volgt er met een beetje pech nog een middagje knutselen om de onderdelen ook op de goede plek te hebben en kan de rolstoel geleverd worden aan de client.

Omdat het zo’n gedoe is om rolstoelen te bestellen worden de oude rolstoelen zorgvuldig bewaard. Er is een groot berghok met alles. Rolstoelen van allemaal verschillende merken, delen van rolstoelen, stapels beensteunen (maar allemaal niet passend op de rolstoelen die er staan), kussens, armsteunen en meer troep.  

Behalve de rolstoelen die terug komen omdat bijv client is overleden, worden er ook regelmatig stoelen gedoneerd. Hoewel dit heel vriendelijk bedoeld is, zijn dit nooit nieuwe rolstoelen (of soms echt oude meuk) en meestal van weer een ander merk dan gebruikelijk. Hierdoor zijn ze maar beperkt inzetbaar en al helemaal niet te repareren als ze stuk zijn.

Het berghok is een opslagplaats van alles. Naast de rolstoelen en de onderdelen, staan er douchestoelen, bedden, matrassen, transportstoeltjes, en nu ook nachtkastjes en nog meer bedden, want er wordt verbouwd in de home.

Gevolg is dat we nu helemaal nergens meer bijkunnen, en ik eerst halsbrekende toeren moet uithalen als ik iets nodig heb. Een van mijn actiepunten is nog om wat meer structuur te scheppen in het berghok, zodat er weer meer overzicht komt. Ik denk dat ik daar nog maar even mee wacht......

cadeautje van patientDe huisbezoeken zijn hier wel erg bezonder. Soms bij mensen in grote huizen, soms bij mensen in hutjes. Vandaag moest ik ook op huisbezoek. De patiente had mij het adres doorgegeven, en inmiddels heb ik ook leren vragen naar de kleur van het huis of andere details die opvallend zijn. Dat maakt het zoeken een stuk makkelijker, want straatnaambordjes of huisnummers ontbreken vaak. Een aantal weken terug was ik op een huisbezoek, waarvan ik het huis niet kon vinden. Bij navragen aan een straatgenoot, kon die mij uitleggen dat het het huis was na de bar, die dicht was; maar voor Irma een goed lopende zaak was. En als je idd goed keek zag je wel een gebouwtje staan dat voor een koeg kon doorgaan. En het huis was er vlak achter. Ik rij een stukje die kant op, blijkt het huis knal roze met witte strepen te zijn. Als die man dat nu had gezegd, had ik gelijk geweten waar ik moest zijn. Dus sindsdien vraag ik maar even na welke kleur het huis is. Het huis van vandaag was geel, met een hek er om heen. Over het algemeen zijn mensen niet zo goed in het uitleggen hoe je ergens moet komen. Deels komt dat omdat ik de belangrijke kenmerken in het landschap niet ken (de chinees, de yamaha-dealer, de kerk of school) en deels omdat die kenmerken er gewoon niet meer zijn. Ook nu was me uitgelegd dat ik bij een school linksaf moest. Het gebouw is misschien nog wel een school, maar aan de buitenkant was er niks zichtbaar van een school.

Ik had de straat gelukkig snel gevonden, er stond zelfs een straatnaambordje. Alleen toen begon het betere off-road rijden (en daar is de auto die ik nu rijd niet echt op gebouwd. Bovendien heb ik m te leen van de garage, omdat de andere auto naar de inspectie moest (en t blijkt nu dat de auto in plaats van naar de inspectie, naar mijn nieuwe collega logo is gegaan. Die op zoek was naar een huurauto.). Vrij stijl omlaag, hobbelend over gaten kwam ik huisnr 6 tegen. Ik had 5 nodig, dus vroeg ik aan de bewoners of ze ook wisten waar nummer 5 was. Dat wisten ze natuurlijk niet, maar vaak helpt het dan om de naam van de client te noemen, maar ook dat hielp niet. Er waren beneden nog veel meer huizen, ik moest daar maar even gaan rondvragen. Verder hobbelend omlaag werden de nummers steeds hoger en was er niemand meer op straat. Dus dan maar weer omdraaien en hopen dat ik ook weer omhoog kwam met de auto. Terug langs huisnr 6 en bijna vol gas de zijstraat gemist waar ik in de verte een geel huis zag staan. Dus ik stukje achteruit weer terug (weet nu waar de hellingproef goed voor is) en ja hoor, het was nummer 5. Ik parkeerde mijn auto op zo’n plek dat ‘ie niet teveel in de weg stond en dat ik ook weer weg kon rijden. En geulukkig, ook daar stond iemand buiten die mij vol overtuiging kon vertellen dat er niemand woonde met de naam van mijn client, dus toen ik op het punt stond om de caregiver van mijn patient te bellen voor wat meer aanwijzingen, zij de buurvrouw dat ze toch wist wie ik bedoelde, ik had haar tweede naam niet genoemd en die gebruikt ze altijd wel. We liepen om het huis heen en daar was de woning.

De weg was al behoorlijk off-road, maar de tuin nog meer. Vervolgens waren er twee keer twee treden om bij de ingang van het huisje te komen. De client heeft een CVA gehad en is rolstoelgebonden en niet een van de lichtste clienten. Dus het lijkt me voor haar (en haar caregiver) een hele onderneming om uberhaupt bij de straat te komen. Er lagen wel een aantal planken, maar met zo’n hellingshoek, dat ik de client wrs niet omhoog krijg.

Het huisje zelf was erg klein. De client woont daar met haar zus en zwager, maar het huis is niet bedoeld voor meer dan 2 mensen. De client heeft een bed in de woonkamer, waarmeer ze de deur blokkeert naar de slaapkamer. Ook de doorgang naar het toilet (via de slaapkamer) is zeer smal. Dus eigenlijk kan de client helemaal niet functioneren in het huis. Ze wordt buiten op de gallerij gewassen en een normale toiletgang is niet mogelijk.

Conclusie van het huisbezoek kan alleen maar zijn dat ze daar eigenlijk niet kan wonen, maar een goed alternatief is er ook niet. Helaas wordt hier nog niet levensloopbestendig gebouwd en bestaat het woord seniorenwoning niet.

Aan de andere kant is het wel heel bewonderenswaardig dat de zus haar zo in huis neemt, terwijl er eigenlijk al geen plek is. Dat komen we ook wel eens anders tegen (waarbij de familie weigert om de patient thuis te laten komen na ziekenhuis opname of revaliatie)

Nadat ik de hele woning had bekeken (10 min max), kon ik weer terug naar mijn auto. Met een bijna verloren wieldop en een aantal meer krassen op de onderkant van de auto hobbelde ik omhoog naar de grote weg. Misschien moet ik toch maar wel een 4-wheeldrive aanschaffen voor de huisbezoeken.

2 Reacties

  1. Irma:
    3 maart 2018
    Heerlijk verhaal weer, vol met uitdagingen die jij wel kan hebben.
    Ben je al een beetje gesetteld? Voel je je een soort van thuis?

    Grt Irma
  2. Mischa:
    4 maart 2018
    Hoi Lidwien had je geen schrijfster moeten worden? 😉