Op

30 november 2016 - Musoma, Tanzania

In Tanzania raken dingen op. Meestal op een moment dat je het niet verwacht of dat het net heel slecht uit komt. De vanzelfsprekendheid die er in Nederland is, heb ik inmiddels wel afgeleerd.
Natuurlijk raken de dingen die je gebruikt op, zoals eten, benzine enz. Die moeten dan ook regelmatig worden aangevuld. Maar hier raken ook andere dingen op, zoals het water uit de kraan, het gas, je beltegoed of internetsnelheid. Ook de stroom kan op raken, maar daar heb ik gelukkig nog geen last van gehad.
En als het dan op is, dan duurt het even voor het weer aangevuld is, wat natuurlijk gebeuren die dingen ‘s avonds of als je net met eten koken wil beginnen.
Telefoon en internet werken hier niet met abonnementen, maar met prepaid kaarten. Op elke hoek van de straat kan je kraskaarten kopen om je tegoed weer op te laden. De meeste Tanzanianen hebben minimaal 2 en vaker nog meer telefoonnummers. Met het bijbehorende aantal telefoons. Het goedkoopst is namelijk om naar een nummer te bellen van dezelfde maatschappij. Dat wordt er dan ook altijd bij vermeld (this is my Airtel number, this my Vodacom...). Ik heb lang mijn best gedaan om hier niet aan mee te doen, een nummer leek me voldoende. Maar inmiddels heb ik dan toch twee nummers. Vooral omdat blijkt dat internetten op m’n telefoon een stuk soepeler gaat dan via de computer. Als ik via de computer op facebook kijk, m’n mail check of een stukje upload, dan ben ik gelijk door mijn snelheid heen. De “supersnelle verbinding” waar ik voor betaald heb zakt dan af naar supertrage verbinding. Een foto uploaden met een verbindingssnelheid van 3 kbps duurt heel lang. En als ik dan m’n kaartje in de telefoon stop, heb ik nog steeds 3G verbinding (als ik bereik heb natuurlijk, wat altijd een puntje van aandacht is. Als het regent, waait of onweert ergens in de buurt heb ik geen bereik, maar dat verschilt niet met de computer).
En als dan het beltegoed op is van je eigenlijke telefoonnummer is het wel makkelijk dat je nog een tweede nummer hebt.

Geld raakt ook erg makkelijk op hier. Je bent eenvoudig miljonair, maar ook zo weer straatarm (voor onze begrippen, in de ogen van de tanzaniaan ben ik altijd schatrijk). Vandaag ben ik naar de bank geweest om geld te wisselen, ik had een schenking gekregen in euro’s toen de groep hier was. Ik ging naar binnen met een stapeltje van 18 eurobiljetten en kwam naar buiten met een zak vol geld ( 165 biljetten), dus voor even was ik miljonair. Helaas was het niet mijn geld en heb ik een deel ervan ook gelijk weer uitgegeven aan de aanbetaling van een handbike. Mooie is wel dat nu over een paar weken er een heel blij jongetje rondfietst door Musoma.

Wat steeds minder op raakt is mijn geduld. Ik heb inmiddels een wachtstand ontwikkeld, waarbij ik niet meer gefrustreerd raak als het toch anders loopt dan gepland.
Ik moest wel erg lachen toen mij drie keer zeer dringend werd verzocht om toch echt op tijd in Bethsaida te zijn op de dag dat we naar Shirati gingen. Ik heb niet het idee dat ik de vertragende factor ben, maar ik heb steeds braaf geknikt en gezegd dat ik op tijd er zou zijn.
De afspraak hadden we een week ervoor gepland en doorgenomen wat daarvoor nodig was. De kinderen en hun ouders moesten weten wanneer we gingen, er moest geld zijn voor de benzine, er moest een auto beschikbaar zijn, enz. Het leek allemaal te gaan lukken, iedereen was op de hoogte en niemand had bezwaren geuit. Of er voldoende geld was, bleef spannend, maar men dacht dat het wel goed zou komen. En of ik niet voor de zekerheid wat extra geld mee kon nemen, zodat in elk geval de benzine betaald kon worden.
Het plan was dat we om 8 uur zouden vertrekken vanuit Bethsaida (want eerst moest de health secretary opgehaald worden om te komen werken), dan 2 patienten zouden ophalen, om half 9 bij de KMT-office zouden zijn om geld op te halen, dan via het tankstation en de derde patient naar Shirati. Duidelijke planning leek me. Ik werd aan het eind van de middag nog gebeld door de accountant, dat we echt om half 9 bij de KMT moesten zijn en weer heb ik braaf gezegd dat ik op tijd zou zijn.
Donderdagochtend, de dag.. Gelukkig begint elke ochtend om 6 uur de haan te kraaien en de buurkinderen te krijsen, dus had ik voldoende tijd om wakker te worden en te vertrekken. En was ik op tijd in Bethsaida. Niet veel later kwam ook Musa aan, de health secretary bleek een weekje vrij te hebben genomen, dus was zelfs de auto en chauffeur al present en niks dat ons vertrek volgens plan in de weg zat, dacht ik. Allereerst begon de accountant met te zeggen dat we pas om 10 over 8 weg moesten gaan, anders zouden we te vroeg bij de KMT zijn. Het idee dat we onderweg nog mensen moesten oppikken was kennelijk geen reden om de tijd wat ruim te nemen. Bovendien lijkt te vroeg zijn me geen probleem, moeten we hooguit even wachten.
Helaas was deze discussie precies genoeg tijd voor Millicent om binnen te komen en mee te delen dat niet Musa, maar Sarah mee ging naar Shirati; opdracht van de health secretary (die dus onverwacht vrij had genomen). Klein probleem hierbij was dat Millicent Sarah de avond ervoor en deze ochtend had proberen te bereiken, maar dat dat nog niet gelukt was. Met mijn westerse nuchterheid dacht ik nog geen probleem. Dit was niet afgesproken, Sarah kunnen we niet bereiken, we vertrekken volgens plan. Maar nee, er moest uitgebreid gepraat worden wat dan precies de gedachte hierachter was (Musa is degene die ook de eerste keer met de kinderen in Shirati is geweest en daar gewerkt heeft dus de weg kent. Hij is elke keer meegeweest op de huisbezoeken en bovendien spreekt hij veel beter engels, en had ik hem dus liever mee dan Sarah). Omdat niemand de logica zag, Sarah en de health secretary niet bereikbaar waren en ik weg wilde, zijn we toch maar vertrokken. Sarah kwam op dat moment net aan, maar wist van niks en dat hebben we dus maar zo gelaten.
Gevolg was dat we te laat waren bij de KMT-office en degene die we nodig hadden even naar de stad was gegaan en gevraagd had of we wilden wachten. Gelukkig had hij, bij terugkomst wel het geld voor ons dat we nodig hadden om te reizen, zodat we rond kwart over 9 alsnog verder konden. Eerst naar de benzinepomp, waar toch ook nog even de banden moesten worden opgepompt en het water bijgevuld, toen naar de derde patient en tegen 10-en waren we dan op weg naar Shirati.
In Shirati gingen we eerst op zoek naar de dokter, die vertelde dat we eigenlijk te laat waren, want hij moest zo de OK in en de radioloog was ook al op weg naar huis. Wij moesten eerst naar de fysio, dus werd ondertussen de radioloog weer gebeld om terug te komen. De fysio kon niet zoveel doen, eerst moesten er foto’s gemaakt worden. Wel is het gips van de patienten wat bijgewerkt (dat is hier het werk van de fysio’s, net als het verwijderen), wat ik niet helemaal snapte, want ik dacht dat het gips verwijderd zou worden na de foto’s. Bleek toch niet het geval, minimaal 6 weken gips had de orthopedisch chirurg aangegeven. Het nemen van foto’s nam behoorlijk wat tijd in beslag, wat eigenlijk wel goed uit kwam. Want toen we eindelijk klaar waren, was ook de arts klaar met de operatie en kon hij de foto’s beoordelen en zeggen dat het gips er nog 2 weken om moest blijven zitten.
Ik heb wel even de tijd gehad om wat patienten met de fysiotherapeut te overleggen. In Shirati is een zwitserse fysio, Edgard genaamd, aan het werk. Hij zat er nu zo’n 7 maanden. Het is fijn om even te kunnen sparren en je verwonderingen over hoe het er hier aan toe gaat te kunnen delen. Ik had wat foto’s gemaakt van Elias, een jongen van 9 jaar die met zijn hoofd omlaag loopt. Hij kan zijn hoofd wel omhoog houden, maar doet dit niet. Er is geen diagnose en ook uit de x-rays kon ik geen problemen ontdekken. De fysio was het met me eens dat er geen duidelijke fysieke of medische oorzaak was voor het probleem, dus nu heb ik een nieuwe uitdaging. Hoe ga ik, zonder de taal goed te spreken, toch een gedragsmatige behandeling starten. Normaal gesproken doe ik dat door heel veel te praten met de patient en verschillende houdingen te laten ervaren. Ook voor degene die voor mij vertaalt is het lastig, omdat hij deze benadering helemaal niet kent en dus ook niet goed weet wat voor antwoord ik zoek.
Op advies van de fysio heb ik een kraag gemaakt om hem weer te laten wennen aan het omhoog houden van zijn hoofd, en de voordelen daarvan te zien om het gedrag te doorbreken. Ben benieuwd of het lukt.
Over een week gaan we weer terug naar Shirati met de 3 geopereerde patienten. Hopelijk dat het gips er dan wel van af mag.

Het laatste wat op raakt is het mooie weer. Het regenseizoen is begonnen en dat merk je. Bijna elke middag/avond een goede regenbui en ook de temperatuur is wat afgezwakt. Ik moet nu dus wat beter plannen wanneer ik naar huis rij. Want als het hier regent, dan regent het hard en veranderen de straten in rivieren. Gelukkig duren de buien nooit echt lang en het is dan ook erg gebruikelijk om te wachten tot de regen gestopt is. Laatst begon het net te regenen bij de wisseling van de diensten in Bethsaida en toen was het hele centrum uitgestorven. De mensen die klaar waren met hun dienst waren naar huis en degenen die moesten beginnen waren ook nog thuis (of hadden zich ergens verstopt, want zodra het gestopt was met regenen kwamen er opeens overal mensen vandaan, terwijl ik tijdens de regenbui nog op zoek was geweest naar iemand die me kon helpen want er stond wel een patient in mijn kantoor die ik niet begreep).
Een groot nadeel van de regen is dat de muggenpopulatie ook erg is toegenomen. En hoewel ik m’n best doe om me in te smeren, weten die beesten toch altijd nog een plekje te vinden om te steken of ze steken gewoon dwars door m’n kleren heen. Gelukkig is de azaron nog niet op.

Foto’s

3 Reacties

  1. Lein:
    30 november 2016
    Lieve Lien, fijn om weer zo'n mooie opservatie van je te lezen. Je vermgen om je te verwonderen is ook nog niet op gelukkig. Alle liefs!
  2. Robbert de Quant:
    30 november 2016
    Hoi Lidwien,

    Knap hoor, zoals je om gaat met de problemen die je ontmoet. Wat een andere wereld is het toch. Het is natuurlijk zeer hiërarchisch, als de secretary iets zegt dan doet Millicent dat, denken wij. In de jaren 80 spraken de collega's van Els elkaar met u aan en meneer of mevrouw, ook in directievergaderingen. Plotsklaps is dat in ongebruik geraakt destijds. En daardoor ook informeler geworden.

    Overigens als je tegen een probleem oploopt en je wilt met Els overleggen, stuur dan een berichtje, dan kan Els je via Skype bellen om je met raad bij te staan.

    Heel veel sterkte, Robbert
  3. Irma:
    1 december 2016
    Hi Lidwien,
    Wow wat een andere wereld dan het Spaarne...
    Wat maak je veel mee!
    En je schrijft echt top, ( idd een carriere switch zou zo kunnen :-) )
    Kijk altijd uit naar je super geschreven verhalen.
    Succes!!!
    Groetjes Irma