Safari

26 oktober 2016 - Mwanza, Tanzania

Schrijf je een heel epistel over de vakantie, is m’n data op...... Daarom wat later dan gepland toch een vakantieverhaaltje. Een week vakantie, daar was ik wel aan toe ;-). En het toeval wil (of niet) dat safari “reis” betekent in het Swahili, dus dat ging ik doen. Een ander toeval was dat Vincent en Abraham een all-inclusive self drive hadden geboekt in Tanzania en dat ik me bij hun kon aansluiten in het Serengettipark. Hoewel dat aansluiten nog wel wat voeten in de aarde had. Want op de kaart lijkt het soms heel logisch om ergens een bus heen te nemen en uit te stappen, in de praktijk blijkt dat niet zomaar te kunnen. Millicent (hoofd verpleegkundige van Bethsaida) had dat vast al voorzien en ik mocht alleen een buskaartje kopen samen met Mukongoki (de chauffeur), want anders zou het niet goed komen. Probleem 1: een mzungu in de normale bus, dat kan natuurlijk niet. Zeker niet omdat ik een hele hoge entreeprijs moet betalen voor de parken, dus dat dat oponthoud geeft bij de ingang van het park. Wist ik wel zeker dat ik met de bus wou? Probleem 2: ik mocht niet zomaar uitstappen midden in het Serengettipark, eerst moest Vincent bevestigen dat hij mij echt zou ophalen daar en niet in m’n eentje achter zou laten in de wildernis. En hoe kreeg ik die informatie dan bij Vincent. Probleem 3: de dag dag ik wilde gaan was een nationale feestdag (daar hebben ze er erg veel van, want veel verschillende religies, dus veel verschillende feesten. Hoewel het nu geloof ik een tanzaniaanse feestdag was, de verjaardag (of sterfdag?) van de eerste president. Millicent legde uit dat een feestdag vooral betekent dat de leraren en ambtenaren vrij zijn, maar verder alles gewoon doorgaat. Dus waarom dit dan toch een probleem was, had vast iets te maken met de planning) Pobleem 4: De bus zou ’s ochtends om 5 uur (en geen minuut later) vertrekken vanuit het centrum van de stad en hoe moest ik bij de bus komen? Om een lang verhaal iets korter te maken ging ik een dag later dan gepland met de bus naar Seronera, midden in het Serengetti park. De nacht ervoor heb ik voor het eerst in m’n leven in een ziekenhuisbed geslapen, in Bethsaida, want dat leek iedereen de meest logische oplossing. Want dan kon de chauffeur ook blijven slapen en mij ’s ochtends vroeg in de stad afzetten. Voor alles is een eerste keer. Na een korte nacht vol muggen, stond ik om 4.45 in het donker op de bus te wachten. Waar ik een half uur later kon instappen en we vertrokken. Gelukkig hield Vincent woord en heeft hij me in Seronera opgepikt en naar de camping meegenomen, waar ik ook Abraham en Said (de onverwacht verplichte chauffeur) ontmoette. Serengetti is het tweede grootste national park van Tanzania en vooral heel uitgestrekt. Het voldoet aan alle cliches en het blijft wonderbaarlijk om al die beesten te zien in zulke hoeveelheden. Omdat we sliepen op de public campsite in het park, konden we veel dieren spotten rond zonsop- en ondergang. De campsite is gewoon een stukje national park met een wcgebouwtje en soms electriciteit waar je je tent kan opzetten en een beperkt vuurtje mag stoken. Geen hekken of andere barrieres voor wilde beesten, dus dit was de eerste nacht wel spannend. Zeker omdat je alle geluiden nog niet herkend, en je terwijl je nog om je vuurtje zit de hyena’s voorbij ziet komen. Gelukkig werden we goed in de gaten gehouden door Said, die (veilig in de auto) af en toe ’s nachts met een zaklamp scheen. Hij vertelde dat we bezoek hadden gehad van een aantal buffels die het gras tussen onze tenten heeft opgegeten en dat er veel hyena’s in de buurt waren. De volgende dag gingen we na een ochtendgamedrive verder naar Mto wa Mbu. Dit was een duur tripje, omdat de weg over de rand van de Ngorongorokrater gaat en ook dit een nationaal park is en we dus, ook al bleven we er niet slapen, entreegeld moesten betalen. Abraham vond dit wel een beetje te duur worden en besloot de andere NP niet te willen bezoeken en af te reizen naar Arusha, waarna Vincent en ik alleen zijn verder gegaan. Op de camping in Mto wa Mbu hadden we ook veel last van dieren die ons uit onze slaap hielden. En dan vooral om de herrie die ze maakten ’s ochtends vroeg. Mtoa wa Mbu is de toegangspoort tot Lake Manyara NP. Dit heeft een heel ander karater, veel meer jungle-achtig. Tot groot verdriet van Said wilden we op de verste campingsite slapen en waren we helemaal alleen daar. Gelukkig werden we beziggehouden door een grote groep bavianen, die permanent op de campsite woont. Ik wist niet dat die beesten zoveel verschillende geluiden konden maken. Ze blaffen als honden en dat wordt dan door een andere groep teruggeroepen, (als er een leeuw is gesignaleerd begrepen we later), kletsen met elkaar, lachen je uit en piesen je tent onder. Gelukkig hebben ze onze spullen met rust gelaten en was het de volgende ochtend vooral een mooi verhaal om te vertellen. Maar ik heb wel eens beter geslapen in een tent. Die avond hebben we ook een walking safari gedaan langs de rand van het meer. Gaaf om zo dicht bij de beesten (zebra’s, gnoes, buffels) te kunnen komen en te merken hoe ze op je reageren. Gnoes rennen het liefst zo snel mogelijk weg en buffels zijn heel nieuwsgierig, die staan klaar om weg te rennen maar draaien zich dan toch om om te zien wat je van plan bent. Daarnaast hebben we ook veel vogels gezien zoals flamingo’s en pelikanen. Weer een dag later op weg naar het Tangiri National Park. Ook dit had weer een heel ander karakter, met veel (baobab)bomen, en hoogteverschil. Daarnaast zijn er veel waterpoelen in het park, wat het spotten van dieren makkelijker maakt. De camping in dit park was erg druk, maar daar hadden de olifanten geen last van. Ze banjerde doodleuk langs onze tent. En in de avond zagen we allemaal oogjes oplichten van impala’s, hyena’s en andere beesten. Omdat het park zou indrukwekkend was en vol beesten zijn we nog een tweede nacht gebleven. We hebben zelfs een leeuw gespot. In Babati hebben we Abraham weer opgepikt en ben ik uitgestapt. Abraham en Vincent gingen terug naar Dar es Salaam om de auto in te leveren, en ik ging terug naar Musoma per bus, een reis van twee dagen. Het busverkeer is niet zo netjes geregeld als in Nederland. Er zijn veel verschillende bedrijfjes die tickets verkopen voor verschillende soorten bussen. Als je mazzel hebt dan zit je in een grote bus met voldoende ruimte en airco, als je pech hebt zit je in een kleine bus met dito ruimte en een tv met gezellige Swahilirap. Babati is niet echt een grote stad, meer een doorvoerpunt. Dus toen ik ’s middags even wat boodschappen wilde doen werd ik constant door iedereen (lees mannen) aangesproken. Gelukkig vond ik een wat afgeschermde plek om te eten en had ik m’n wat en hoe Swahili bij me om eten te bestellen, want engels spreken ze er niet. Aan het einde van de avond kregen de serveerster en de kok ruzie over de prijs. Ik snapte er niet zoveel van, maar uiteindelijk was het toch goed. En had ik vooral het idee dat ik hele dure kip met fietjes had gegeten, die ook hun beste tijd wel gehad hadden. Gelukkig had ik nog een banaan in het hotel en kon ik lekker slapen. De volgende ochtend met m’n busticket in de hand op zoek naar de juiste bus. Gelukkig was er al snel duidelijk dat ik de enige blanke was en wist iedereen dat ik op weg was naar Mwanza. Dus toen de bus arriveerde werd ik tussen alle andere wachtende door de goede bus in geduwd. Op mijn ticket stond stoel 1-J, maar dat nummer stond niet op de stoelen. Gelukkig was John zo aardig om te zeggen dat ik wel naast hem mocht komen zitten. John bleek een paar woorden engels te spreken en heeft me de hele reis verder begeleid en verzorgd. En ik had de verkeerde maatschappij gekozen, weinig beenruimte en Swahilirap. Gelukkig reed de bus wel in een aardig tempo en was de weg (bijna) overal geasfalteerd. Onderweg stopt de bus een aantal keer langs de weg om mensen in te laten stappen. In de wat grotere plaatsen is een busstation waar, zodra de bus aankomt een leger van verkopers opstaat om via het raam je vanalles aan te smeren. Drinken, eten, slippers, hoesjes voor je telefoon, noem maar op. Ook wordt er gestopt om te eten, dan staat de bus wat langer stil om iedereen de gelegenheid te geven om wat te kopen en naar de toilet te gaan. John hielp mij aan gebakken banaan en vlees, een fanta en een zak chips. De bananen en vlees gaan samen in een plastic zakje, waarna er een dot chillisaus overheen gaat en je een stel tandenstokers krijgt bij wijze van bestek. Hoewel het een smakelijke combinatie had kunnen zijn, viel het toch wat tegen. De bananen waren vooral nog onrijp en niet goed gebakken en het vlees was taai. Gelukkig spoelde de oranje fanta alles wel weg en kon ik later op de middag nog even teren op wat chips. Bij aankomst in Mwanza werd ik bij het uitstappen overdonderd door alle taxichauffeurs die mij een lift aanboden. Gelukkig had John me al aangeboden om me te helpen bij het hotel te komen, dus liep ik hem achterna. Wat uit de drukte bleek dat hij dacht een dalladalla (busje) te nemen en ik een taxi. Het werd de taxi en niet veel later werd ik keurig afgeleverd bij het hotel van mijn keuze. Wel wat hoog in de prijs, maar daar was ik wel aan toe. Bovendien was er warm water, wifi, een bar en een ontbijtbuffet. De bar was erg leeg, maar gelukkig wel met gezellige Swahilrap en op de tv een film. Toen ik weer met iedereen bijgepraat was via de whatsapp toch maar gaan slapen. Het ontbijtbuffet was erg uitgebreid en hoewel ik ze niet kon overtuigen dat zwarte koffie ook zonder suiker is, was het een smakelijk geheel. Bij het uitchecken bleek de prijs toch mee te vallen, ze vonden dat ik wel voor een “inhabitant” kon doorgaan en betaalde dus de gereduceerde prijs. John stond me weer op te wachten en samen reden we in een taxi naar het andere busstation om daar in een bus te stappen naar Musoma. Deze keer stond er een in het swahili nagesyncroniseerde slechte indiase kongfu film op het menu, die de hele reis geduurd heeft (4 uur !, hoewel ik sterk de indruk kreeg dat de film zichzelf herhaalde). De beenruimte was iets royaler en omdat de bus niet altijd vol zat goed te doen. De route van Mwanza naar Musoma is erg mooi en gaat deels langs het Serengettipark, helaas geen zebra’s meer gezien. In Musoma werd ik wederom snel gespot door de taxi- en bogabogachauffeurs. Op goed geluk heb ik iemand uitgekozen die me netjes thuis heeft gebracht. Nu rest alleen nog de was en de foto’s. Morgen begin ik weer met frisse moed aan mijn werk. Ik ben benieuwd hoe het is met de geopereerde kinderen en of ze al naar huis kunnen (ze worden nu verzorgd in Bethsaida) en wat de vervolgplannen voor hun zijn. Ook zal er weer een hoop geknutseld moeten worden, moet ik op zoek naar een schoenmaker voor orthopedische aanpassingen en een timmerman om een stoeltje te maken, ga ik kijken of ik ook spalkjes kan maken met gipsverband en komen er vast weer een hoop onverwachte vraagstukken langs.

Foto’s

2 Reacties

  1. Myrna:
    28 oktober 2016
    Hoi Lidwien,
    Wauw, wat maak jij een hoop mee en wat een leuke verhalen.
    Ik vind je maar dapper dat je dat allemaal in je uppie doet.
    Ik kijk alweer uit naar een nieuw verhaal.
    Veel groetjes Myrna
  2. Manon:
    1 november 2016
    Leuk hoor om weer wat avonturen te lezen! Wat een mooi land is het toch! Weet nog hoe gaaf het was om tussen de wilde dieren te slapen en 's nachts niet alleen naar de wc te mogen :-)!